1866 (2)

Anoniem (1866). “Rond den heerd” (pagina 2 en 82).Edw. Gaillaiard en comp. Boek- en steendrukkers (Brugge) 08 april 2015


“Sint Niklaais avond, als de schoe gezet wordt.

“; trouwens op recht heidensche wijze, zoo de lieden, dan gelijk nu, zoo wel schijnen onthouden te hebben. De geestelijken ijverden daartegen, de wereldlijke overheid zag de zake met toegevendheid, tot dat alles eindige in eene bloedige vechtpartije, zoo te lezen staat in de Chronike van Sint Truyen, gemaakt van Rodolf den Munk, aan den elfsten boek. In de wetten van de Stad Ulm, in Zwavenland, staat er een verbod aldus, ’t is van Sint Nicolaais avond, 1530:

‘Item es sol sich nieman mer weder tags noch nachts verbuzen, verkleiden noch einich fassnachtkleider ansiehen, onch sich des herumfarens des pflugs und mit den schiffen enthalten, bei straf 1 gulden.’

Dat is in ’t Vlaamsch: Item ’t zal zich niemand meer, weer daags noch nachts, verpoetsen, verkleeden, noch eenige vastenavond kleederen aantijgen (trekken) ook zich des omvarens des ploegs ende met den schepen onthouden, bij straffe 1 gulden.

Niet tegenstaande dien 1 gulden straffe, en de strengere vermaningen van kerke en staatsoverheden ver het wagenschip of de schipwagen te Vastenavond altijd voort. De afgoden en de afgodinnen, waaraan het volk niet meer en geloofde, wierden in den wagen verbeeld door verpoetste, vermomde, gemaskerde en verkleede lieden; rondom  liepender, hoe zal ik ze heeten? menschen? in beestenvellen en met steerten en hoorns aan, enz. immers de dieren verbeeldende die der Godheid eertijds als toegewijd aanzien waren; verdere boosheid, die hier natuurlijk niet ter sprake en komt, wierd daarbij ten overvloede en altijd voort bedreven, bezonderlijk in deze landen, waar men inderdaad de vastenavondwagens, en dat in scheeps gedaante, bij steden nog ziet rondvoeren.”


De volgende kenmerken komen terug in het boek:
Maskerarde
Schoen zetten
– Boot


Literatuurlijst (U)