Het leven van Sint Nikolaas

Sint Nicolaas

Vol verwachting klopt ons hart.

Als je aan het begin van de maand november een supermarkt binnenloopt, dan zie je al een hoop typische Sinterklaas lekkernijen in de rekken liggen. Pepernoten, marsepein, schuimpjes en speculaas.

Elk jaar weer vieren wij in Nederland groots de aankomst van Sint Nicolaas. Elk jaar kijken meer dan een 1 miljoen mensen via de televisie live de intocht van de Goedheiligman, als deze zijn eerste voetstappen zet op Nederlandse bodem.

Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur hield in 2010 onder Nederlanders een enquête voor het samenstellen van een traditie top 100. Op nummer een kwam pakjesavond te staan.

Maar wie is nu Sint Nicolaas? Wat weten we van hem en waarom wordt hij als heilige vereerd?

Sint Nicolaas, wie kent hem niet?

Nicolaas werd geboren rond het jaar 270 in de plaats Patara in Klein – Azië. Tegenwoordig heet het land Turkije. Hij groeide op als enig kind in een christelijk en rijk gezin. Zijn vader heette Epiphanus en zijn moeder Johanna. Zijn ouders gaven hem de naam Nicolaas. Zijn naam betekent “overwinnaar van het volk”. Hij zou het volk gaan overwinnen, door het een nieuw geloof te verkondigen, namelijk het geloof in Christus en een leven na de dood.

Al jong werd hij wees, en erfde hij van zijn ouders een fortuin. Dat hij verstandig met zijn geld omging bleek al gauw uit een van de oudere verhalen, die mensen al vroeg na zijn dood over hem vertelden.

 De drie bruidsmeisjes

De oorspong van dit gebruik gaat terug naar een verhaal in Patara, (waarschijnlijk kan het ook Myra zijn geweest) waar de jonge Nicolaas een arme man met drie dochters te hulp schoot. De man had te weinig bezittingen om zijn drie dochters een bruidschat mee te geven. Volgens het Romeinse recht was je verplicht om aan je dochter bij het huwelijk een fatsoenlijke bruidschat mee te geven. Kon je dat niet, dan zou jij als ouder je dochter moeten verkopen tot slavin of moeten dwingen om je eigen lichaam te verkopen. Daarom dacht hij erover na om zijn dochters te prostitueren. Nicolaas hoorde dit verhaal. Hij greep in. De eerste nacht gooide hij een geldbuidel door het raam naar binnen. De vader vond het geld en kon zo zijn oudste dochter uithuwelijken. Toen Nicolaas zag dat de vader verstandig met het geld was omgegaan, kwam hij nog twee nachten lang langs en gooide door het raam een buidel met geld naar binnen (volgens een ander verhaal een goudklomp).

De laatste geldbuidel viel neer voor de schoenen van de derde dochter. De derde nacht lag de vader op de loer en zag hoe Nicolaas de gulle onbekende gever was. Hij bedankte de jongeman. Zo redde Nicolaas de eer van de drie bruidsmeisjes. Hij redde zo de eer van de drie meisjes.

Uit deze legende groeide het gebruik van het zetten van de schoen. In de Middeleeuwen trokken religieuzen rond die gevulde sokken met lekkernijen voor de deuren legden van arme mensen. Omdat schoenen erg duur waren, hingen arme gezinnen hun sok op aan de haard. Dit gebruik zou vooral in Amerika worden overgenomen. Men zou op den duur de schoen gaan vervangen door een sok, die aan de kachel of haard werd opgehangen en gevuld zou gaan worden door Santa Claus.

In Nederland vond men in het archief stukken terug, dat kinderen van arme gezinnen in de Sint Nicolaaskerk in Utrecht hun schoen mochten zetten op 5 december. De rijke Utrechters legden wat in de schoenen en de opbrengst werd verdeeld onder de armen op 6 december, de officiële sterfdag van de Heilige Nicolaas.

Zo werd Nicolaas de beschermheilige van jonge meisjes en vrouwen en van mensen die wilden gaan trouwen.

Bisschopswijding Nicolaas

Hij was liefdevol en grootmoedig van karakter. Na het verlies van zijn ouders gebruikte hij de verkregen erfenis voor goede doelen. Daarnaast was hij een diep gelovig man, die veel bad en vastte. Toen de bisschop van Myra, een plaats dicht bij Patara, stierf, kwamen de bisschoppen uit de omgeving samen. De oudste en meest wijze bisschop onder hen vertelde dat hij ’s nachts een stem had gehoord, die tegen hem had verteld, dat de eerste man, die de kerk zou betreden, een man met de naam Nicolaas, tot bisschop zou moeten worden gewijd. Aldus geschiedde. Nicolaas betrad daarna in alle vroegte de kerk om er te bidden. De oude bisschop hield hem staande en vroeg hem naar zijn naam. Nicolaas vertelde hem zijn naam. De andere bisschoppen die nu ook waren samengekomen, leidden Nicolaas naar zijn cathedra – of zetel -, waar hij plaatsnam en tot bisschop werd gezalfd

 Beschermer van de zeelieden.

Nicolaas viel op door zijn christelijk geloof en door zijn daden van naastenliefde. In Myra werd het gekozen als bisschop van deze stad. Myra en ook Patara waren plaatsen, die je terug vindt in het Nieuwe Testament. Het zijn namelijk twee plaatsen die bezocht werden door de apostel Paulus in de tweede helft van de eerste eeuw na Christus. In beide plaatsen zat al vroeg een kleine christelijke gemeente. Nicolaas loodste zijn kleine gemeenschap door een zware periode. Het was de tijd van de christenvervolgingen, die begonnen waren onder keizer Diocletianus. Als bisschop was hij een gezagsdrager en we weten dat hij werd gearresteerd en in de gevangenis werd mishandeld. Uiteindelijk kwam er onder keizer Constantijn de Grote rust in het Romeinse rijk en groeide het christendom uit tot staatsgodsdienst.

In de tijd dat Nicolaas bisschop van Myra was, raakte een graanschip voor de kust van Lycië, dichtbij de haven van Myra in nood op volle zee. Het schip werd overvallen door een zware storm. De zeelieden en de kapitein raakten in paniek. Van alle kanten beukten de golven tegen het schip. Ten einde raad begonnen zij te bidden tot God. Een van de zeelui, herinnerde zich dat in Myra een heilige bisschop leefde. Zo begonnen zij ook hardop tot hem te bidden en vroegen hem om hulp.

Opeens stond Nicolaas op het dek van het schip. Hij hielp hen waar hij maar kon. Hij sprak de zeelui moed in. Het leek alsof hij overal tegelijkertijd was. Samen pakten zij allen aan en bereikten uiteindelijk behouden de haven van Myra, Andriake.

De zeelui waren blij en dank en begaven zich naar de kerk. Daar zagen ze juist, hoe bisschop Nicolaas met enkele priesters eucharistie was aan het vieren. De zeelieden herkenden hem direct. Na de mis brachten zij hem dank.

Al gauw zouden er steeds meer verhalen de ronde gaan doen, hoe Nicolaas talloze drenkelingen redde uit hun nood. Vanaf de 9de eeuw groeide in havensteden en plaatsen langs belangrijke rivieren het aantal kerken dat naar hem werd vernoemd.

Dit was mede te danken aan de Noormannen, een zeevarend volk, die vaak de voorspraak inriepen van Nicolaas voor een behouden vaart.

Zo kwam het dat Nicolaas de patroonheilige van de stad Amsterdam werd. De oudste kerk van Amsterdam is een Nicolaaskerk. Kijk ook maar eens naar het stadswapen van Amsterdam. De drie kruisjes verwijzen naar het getal drie waarmee Nicolaas altijd mee wordt verbonden.

Concilie van Nicea

In 325 na Christus nodigde Keizer Constantijn alle bisschoppen van zijn rijk uit om deel te nemen aan een groot concilie (= soort bestuursvergadering) om de onderlinge twistpunten op te heffen. Er waren verschillende dwaalleren, waaronder die van Arius. Het concilie van Nicea was een van de eerste oecumenische concilies. Op dit concilie werd de algemene christelijke geloofsbelijdenis geformuleerd, het Credo. Dit Credo, of geloofsbelijdenis wordt bij belangrijke hoogfeesten en op elke zondag in de Katholieke kerk gebeden. Daarnaast werd ook de datum waarop Pasen gevierd zou worden vastgesteld.

De dwaalleer van Arius hield in dat hij verkondigde dat Jezus een halfgod zou zijn (zo iemand als Hercules). Toen hij zijn visie vertelde zou de H. Nicolaas zijn opgestaan en hem een klap in het gezicht verkocht hebben. Hierop liet Constantijn Nicolaas een nacht in de cel zetten, om daar af te koelen.

 Het sterven van Nicolaas

Over het sterfjaar van St. Nicolaas verschillen de bronnen. Voor de een is het het jaar 340, voor de ander het jaar 342 na Christus. Op zijn stervensuur zouden de monniken en de verzamelde mensen rondom Nicolaas hemelse muziek gehoord hebben.

Nicolaas werd begraven in een marmeren graftombe.

Na zijn overlijden werd Nicolaas net buiten de stad Myra begraven.De oudste geschreven bronnen vertellen dat rond 520 na Christus al vele pelgrims de basiliek met het graf bezochten.

Rond de 8ste eeuw was de basiliek te klein voor het aantal pelgrims en vonden er uitbreidingen plaats. Ondertussen was er een klooster aangebouwd, omdat men de liturgie en de verzorging van het graf aan monniken had toevertrouwd.

In 1087 namen zeelieden uit de stad Bari de relieken uit Myra mee en brachten ze over naar hun stad in Zuid-Italië. Daar bouwden zij voor de heilige Nicolaas een prachtige Romaanse kerk. Van hieruit name de verering voor Sint Nicolaas steeds meer toe.

De drie studenten

Als je een beeld, een plaatje of een glas-in-lood raam van Nicolaas ziet, dan zie je, dat er ook vaak drie kinderen zijn afgebeeld in een pekelton. Deze symboliek gaat terug tot een legende, die zijn wortels in Noord-Frankrijk heeft. Het dateert uit de 12de eeuw, misschien zelfs al uit de 11de eeuw.

Het verhaal gaat, dat er eens drie scholieren aanklopten bij een herberg om daar te willen overnachten. De herbergier liet ze binnen en zag later, dat de drie studenten veel geld bij zich hadden. De hebzucht nam het van de herbergier over. In de nacht vermoordde de herbergier de drie scholieren. Vervolgens slachtte hij de drie kinderen en deed ze, nadat hij hun in stukken had gesneden en gezouten, in een grote pekelton.

Hij was van plan om de kinderen als vlees te verkopen aan zijn klanten.

Kort daarna kwam de H. Nicolaas langs de herberg. Hij wist wat er gebeurd was, wees op de vatten en bracht de drie studenten weer tot leven, nadat hij voor hun gebeden had tot God.

De herbergier bekeerde zich en zou in Frankrijk de rol gaan overnemen van onze Zwarte Piet, Le Père Fouettard genaamd.

In een andere versie zou het niet om een herbergier gaan, maar om een slager.

De drie scholieren zouden eerst priesterstudenten zijn geweest. Maar omdat de legende steeds weer door de eeuwen heen anders zou worden verteld, werden de drie priesterstudenten uiteindelijk vervangen door studenten. Deze wederom werden weer in een latere versie van deze legende vervangen door kinderen. Zo werd hij onze kindervriend.

Sint Nicolaas is een heilige geworden vanwege zijn grote mildheid en vrijgevigheid. Maar vooral ook omdat hij standvastig bleef in een tijd waar mensen vanwege hun christelijk geloof werden vervolgd. Hij bleef een rots in de baken. Een beschermer van het onschuldige.