J.M.H. (1832). “Pligten volgens M. Tullius Cicero” (pagina 19). B. Bruins (Delft) 23 augustus 2015
“Maar de ware held is ook geen barsche kater, die iedereen durft brutaliseren, geen Breteur of Kefhond; hij praat niet onnatuurlijk, bar en brommende, als Sinterklaas, die de kinderen naar bed jaagt: maar hij is een zacht en lief mensch in de zamenleving, tot zoo lang er gestrengheid gevorderd wordt, en dan is deze nog zonder smaad, trotschheid of toorn.”
De volgende kenmerken komen terug in het boek: