Anoniem (1810). “Nieuw Nederduitsch A.B., spel- en leesboekje” (pagina 34/35). Joannes van Schoonhoven (Utrecht) 7 maart 2016
“M. Het is Wintermaand; nu zal ’t Sinterklaas zijn.
K. Wie is Sinterklaas?
M. Daar is niemand, die Sinter-klaar hiet. ’t Is maar een dag, die men zoo genoemd heeft, en op welken men aan de kinderen, die zoet zijn, wat lekkers geeft, of Suiker-poppetjes, om op den schoorsteen te zetten, of wat ander speelgoed. En, s’avonds dan zijn al de winkels van de suikerbakkers, met kaarsjes verlicht, en met suiker-poppetjes opgeschikt. Zo Kareltje zoet is, zullen wij, dien avond, met hem gaan wandelen, om ’t hem te laten zien.”
De volgende kenmerken komen terug in het boek:
– Bang maken (van kinderen)
– Geschenken geven
– Schoorsteen
– Snoepgoed