Hazeu, Johannes (Czn.) (1828), “Leerzame dichtstukjes voor kinderen” ( pagina 62 t/m 65). M.H. Helmig (Amsterdam) 5 april 2015
“Sint Nikolaas Avond.
Jantje
Piet! weet gij iets van sint Niklaas? Ik weet er nog niets van.
Pietje
Hij komt altijd met veel geraas, Maar ’t is een goede man.
Jantje
Maar wie speelt dan voor sint Niklaas, “Die kindren schrikken doet? En roept, met grof en luid geraas: Zijn al de kindren zoet?
Mietje
Wij weten van geen’ sint Niklaas, Want vader geeft altijd Ons, zonder eenig schrik geraas, Iets goeds voor onze vlijt.
Pietje
Dat is veel beter, lieve Jan! Dit geeft ons ware vreugd; Wij denken om geen’ zwarten man, Maar wel om het loon der deugd.”
De volgende kenmerken komen terug in het boek:
– Bang maken (van kinderen)
– Duivels, geesten en spoken
– Lawaai maken/wild geraas
– Zwart schmink