Bullebak

Het woord bullebak heeft meerdere betekenissen. Zo wordt een bullebak in 1864 omschreven als een schrikbeeld. Een ander woord voor bullebak is boeman.

Sint Nicolaas werd vaak afgebeeld als een boeman en een kinderschrik. Een rol die Sint Nicolaas naast zijn rol als kindervriend had. Ook de helper(s) van Sint Nicolaas worden gezien als een boeman. In veel landen waar men Sint Nicolaas viert heeft de begeleider van Sint Nicolaas nog steeds de rol van boeman.

In verschillende boeken word Sint Nicolaas omschreven als een bullebak of is vergezeld met een bullebak. Zo ook in het boek “Almanak voor de huishouding, keuken en gezondheid” (uitgifte: 1813/ L. van Es en W. Brave).


“Begeert gij, voorloopig, een staaltje van kinderlijk vermaak? Zie hetzelve hier. Onlangs hadden wij St. Nicolaas avond. Ik ben gantsch geen minnaar om, op het vrolijk feest van dien heiligen, die zulk een goed man en kindervriend is geweest, de kleine kinderen te laten verschrikken door akelige geruchten en vertooningen, of door een’ zogenaamden bullebak: de geenen hunner, die zich benaarstigd hebben, krijgen bij die gelegenheid van mij geschenkjes, bestaande in boeken, prenten, speelgoed, enz.;  zij, die niet wél hebben opgepast, krijgen daarëntegen niets,”.


Wie wordt in dit geval bedoeld met de bullebak? Is het Sint Nicolaas in zijn dubbelrol of heeft men het over de begeleider van Sint Nicolaas. Louis Janssen en ook JP Margry van het Meerstensinstituut gaan er van uit dat de als zwart omschreven Sinterklazen een mengeling zijn van Sint Nicolaas en zijn begeleider dan wel dat Sint Nicolaas gebruikt wordt als schuilnaam voor de begeleider vanwege zijn heidense oorsprong en door de moeilijke positie van het Sint Nicolaasfeest gedurende de reformatie.

Over het uiterlijk van bullebak wordt niet veel vermeld in de boeken. Wel opvallend is dat men vaak schrijft over de zwarte bullebak. Ook in combinatie met Sint Nicolaas is er een tekst over een zwarte bullebak. Deze is te vinden in het boek:

“Voorvallen en merkwaardigheden uit het leven den kleinen Andries” (uitgifte: 1821/ Johann Andreas Christian Löhr/DaniëL Verwaard/ Lieve van Ollefen/Johann Heinrich Ramberg)


Tekst (pagina 28-31)

“Toenmaals was er nog een bullebak. Dit was een grimmig man, met een zwart gezigt, of wel een masker voor hetzelve, in eene vreemde, lelijke kleeding, met een ‘zak op den rug en een bloot zwaard in de hand.

Zoo ging de vreeslijke bullebak een paar dagen voor Sint Nicolaas op de straat rond, tierde, sloeg met het zwaard vonken uit de steenen, en maakte een ijslijk geweld….. “


Het betreft hier een boek dat niet geschreven is door een Nederlander. Het betreft een vertaling van een Duits boek. Toch kunnen wij uit dit boek opmaken dat het gebruik ook in Nederland plaats vind. Dat blijkt uit het voorwoord van de vertaler:


Tekst (pagina 3-5)

“… want er kwam toch een en ander in voor, waaraan onze Hollandsche knaapjes niet veel zouden hebben, en dat heb ik of maar overgeslagen of naar onze vaderlansche begrippen vervormd en met vaderlandsche benamingen uitgedrukt. Wonderingen en buitengewone gebeurtenissen zal men er niet in vinden, maar enkel dingen die u in uwe jeugd zelf reeds voorgekomen zijn of misschien zullen voorkomen….”

Begeleiders Nederland/België