Kettingen/ketenen

Een niet onbelangrijk kenmerk (naast roe zak en zwart gezicht) is de ketting van Zwarte Piet (en eerder de Zwarte Klazen). Tot de jaren ’50 van de 20e eeuw was Zwarte Piet regelmatig in het bezit van een ketting en de belangrijkste functie van deze ketting was ermee rammelen om zo lawaai te maken. Naast het hard bonzen op de deur en ook het rinkelen van (koebellen) is deze ketelmuziek een belangrijk onderdeel van het Sint Nicolaas feest. Wij zingen niet voor niets: Zie de maan schijnt door de bomen, makker staakt uw WILD GERAAS! Deze ketting is onderdeel van de afstamming van Zwarte Piet van de aan Sinterklaas onderworpen geketende duivel stammend uit de middeleeuwen en men vermoedt dat dit symbool is toegevoegd om duidelijk te maken dat de heilige de duivelse begeleider in toom heeft. Zwarte Piet wordt ook gezien als een voortzetting van oude heidense en Germaanse gebruiken en toen de kerk deze niet kon uitbannen, moest door middel van deze ketting, in ieder geval duidelijk zijn dat zij niet meer heersten, maar het christendom en de kerk.

 

Bronnen

Boeken en tijdschriften (op jaar van uitgifte)

Verwijzend naar Nederland

“De Joodsche wandelaar. Een weekblad tot nut van ’t algemeen” 1792 (V)
“Weekblad voor den zoo genaamden gemeenen man” 1796 (V)
“Magazijn van spreekwoorden en zedenspreuken, opgehelderd door voorbeelden en vertellingen, tot een leesboek voor de jeugd” 1802 (1) (V)
“Het vrolijk Katootje Zingende de nieuwste liederen op de  aangenaamste wijze” 1802 (2) (V)
“Vaderlandsche letter-oefeningen…” 1821 (3) (V)
“De Nederlandsche Kindervrind” 1829 (1) (V)
“Mietje en haar broetje, en andere vertellingen en gedichtjes voor lieve kinderen” 1829 (2) (V)
“De herberg van het roode gehucht” 1830 (3) (V)

1831 (1)

“Verspreide gedichtjes voor de wel opgevoede jeugd” 1831 (2) (V)
“Gedichtjes voor kinderen” (pagina 76-77) 1834 (1) (V)
“Kinderspelen en vermakelijkheden” 1840 (2) (V)
“Nieuw spel- of leesboekje, dienende, om de kinderen, reeds bij de eerste beginselen, ook in het lezen te oefenen, ten gebruike der scholen” 1841 (V)
 “Herfstloover, voor de lieve kleinen opgezameld”  1846 (V)

1847   

De Nederlansche volksbode” 1848 (2) (V)
“Sint Nikolaas-vertellingen voor de jeugd” 1849 (1) (V)
“Sint Nikolaas” 1850 (waarschijnlijk ouder) (4) (V)
“Eerste gedichten” 1852 (3) (V)
“De Kinderwereld” 1853 (1) (V)
“Mijn verlustiging met Prof. Hofstede de Groot’s jongste brochure” 1854 (V)
“Nieuw spel-of leesboekje” 1858 (1) (V)
“Europa”1860 (1) (V)
“Kinder-courant” 1860 (2) (V)
“Leidsch Dagblad”  1860 (3) (V) Krant
Het Nederlandsch Magazijn” 1870 (V)
“Het nieuws van den dag: Kleine courant” 06-12-1872 (1) (V)
“Nieuwe Tielsche Courant” 1873-12-10 (1) (V) Krant
“Vragen van den dag; Populair tijdschrift op het gebied van….” 1897 (1) (V)

Verwijzend naar het buitenland

“Volks-letterkunde, uitgegeven door de Vriend van Armen en Rijken” Deel I 1852 (U)

Kenmerken

Kettingen/ketenen (kranten)